Volkskrant, Dinsdag 23 Februari 1999
Miep Saarloos is 78 jaar en een fanatieke bridgespeelster. Maar omdat
ze slecht ter been is, komt ze niet meer zo heel vaak op de bridgeclub.
'Dan moet ik gehaald en gebracht worden en dat is zo'n gedoe', zegt ze.
Totdat haar zoon ongeveer een jaar geleden een met Internet opgetuigde
computer bij haar thuis installeerde. Sindsdien legt ze bijna iedere
avond weer een kaartje, via haar computer. Dan surft ze naar een
Internet-pagina waar ze drie andere spelers ontmoet die ergens op de
wereld achter hun computer zijn gekropen. De computer deelt de kaarten
en door daar met de muis op te klikken kunnen de spelers er een
opgooien. 'De hele wereld schuift daar aan', zegt Saarloos, 'De ene
avond zit je met een Chinees te spelen, dan weer tegen een Canadees.'
'Ik ben verslaafd aan Internet', vervolgt ze. 'Met mijn invalidescooter
kom ik niet zo heel veel verder dan de supermarkt, maar dankzij het
Internet komt de hele wereld nu naar mij toe. Het is een soort vakantie.
Laatst ging een vriendin van mij naar China, toen heb ik dat op het
Internet opgezocht. Is het toch net alsof je er zelf ook even bent
geweest.' Per dag brengt ze zo'n drie uur op het Internet door. Naast
het virtuele bridgen gebruikt ze de computer om met haar kinderen te
e-mailen, over het web te surfen of gesprekken te voeren in chatboxen.
'Dat doe ik de laatste tijd niet zo heel vaak meer. Die jongeren die
daar zitten willen alleen maar over seks praten. Ze vragen altijd gelijk
hoe oud je bent. En als ik dan 78 intype gelooft niemand me.'
Surfende senioren zoals Saarloos zijn geen curiositeit meer. Een
groeiend aantal ouderen ontdekt het Internet. Volgens cijfers van het
Sociaal Cultureel Planbureau van eind vorig jaar heeft vijf procent van
alle 65-plussers thuis een Internet-computer staan. En dat aantal
zal verder toenemen, denkt Rita Niland. Zij is medewerker van de
Bibliotheek van Rotterdam en organiseert daar Internet-cursussen voor
ouderen. Volgens Niland is de belangstelling enorm. Alhoewel ze
nauwelijks reclame heeft gemaakt voor de cursus, moest ze al snel een
wachtlijst aanleggen. Seniorweb, een stichting die zich inzet om ouderen
de digitale snelweg op te helpen, heeft soortgelijke ervaringen. Het
afgelopen jaar volgden zo'n 5000 ouderen via Seniorweb een
computercursus, en nog steeds zijn de wachtlijsten niet weggewerkt.
Het Internet is ook bij uitstek een geschikt medium voor ouderen meent
Niland. 'Veel ouderen zijn eenzaam of aan huis gebonden. Via het
Internet kunnen ze in contact komen met de wereld om hen heen. Ze kunnen
e-mailen met de kinderen en steun zoeken bij elkaar.' Ook is het
Internet volgens haar geschikt voor het navorsen van hobby's
stamboomondezoek Het world wide web biedt toegang tot
bevolkingsarchieven en het is ook mogelijk om verre familieleden met een
e-mail-adres op te sporen. Daarnaast hebben veel ouderen grote interesse
in het verleden, zegt Niland. 'Hoe ouder ze zijn, hoe meer ze vaak zijn
gefascineerd door vroeger. En via het net kunnen ze op zoek naar foto's
van oud-Rotterdam of historische sites over de Tweede Wereldoorlog
bekijken.'
Niland geeft haar cursussen onder meer op het filiaal Pendrecht, een
wijk met relatief veel aanleunwoningen en verzorgingstehuizen. Achter in
de kleine bibliotheek, tussen de boekenkasten in, staan twee computers
met Internet-verbinding opgesteld. De cursisten proberen voor het eerst
in hun leven een e-mail te versturen. Voorzichtig tikt een van hen een
berichtje in, langzaam schuift hij de muisaanwijzer naar het vakje waar
het e-mail adres ingetypt moet worden. 'Even kijken, waar zit ook al
weer de apenstaart?' 'Boven op de 2', helpt een ander hem.
' Je wilt graag bijblijven', zegt een 75-jarige deelnemer aan de cursus.
'Op televisie, of in reclames hoor je steeds kijk ook op Internet. Dan
word je toch nieuwsgierig.' Een ander echtpaar zegt zich te hebben
opgegeven vanwege de kleinkinderen. 'Die hebben het altijd over
Internet, en dan wil je toch weten wat het is.' Over de voortgang zijn
de meeste deelnemers redelijk optimistisch. 'Ja 't is even lastig, maar
we leren 't wel.' Vooral e-mailen is onder ouderen populair, mede ook
omdat dat goedkoper is dan surfen over het Internet. Op de
website van Seniorweb kunnen geïnteresseerden zich opgeven voor een
aantal mailing-lists. Dat zijn e-mail clubs, waarvan de leden door
middel van e-mail met elkaar contact onderhouden.
Wie zich op geeft voor een van die e-mail groepen, wordt binnen enkele
uren per e-mail welkom geheten door de gastheer van de groep. Gelijk
wordt het nieuwe lid ingewijd in de gebruiken op Internet: 'Je zult
gemerkt hebben, dat ik tutoyeer. Het is in de e-mail gebruikelijk om dat
te doen en elkaar bij de voornaam te noemen', schrijft de gastheer in
zijn kennismakingsmailtje. Vanaf dat moment begint de post binnen te
stromen. De leden wisselen enkele tientallen berichtjes per dag uit.
Sommigen maken een praatje over het weer ('het heeft zo hard gesneeuwd
gisteren, ik was blij dat mijn zoon weer veilig thuis was'), een ander
stuurt een berichtje rond om een verjaardagskalender op te zetten, zodat
de leden van de groep elkaar op hun verjaardag een felicitatie-mail
kunnen sturen.
'De lijst wordt ook gebruikt als uitlaatklep', vertelt Miep Saarloos,
die al geruime tijd op de lijst is geabonneerd 'De leden zoeken daar
steun bij elkaar.' Ze vertelt over een vrouw die 's avonds een brief was
gaan posten en tijdens de wandeling door een paar jongens in elkaar was
geslagen. 'Toen ze thuis was, zette ze gelijk de computer aan, en typte
ze hele verhaal op. Ze moest haar verhaal gewoon aan iemand kwijt.'
Een aantal dagen geleden berichtte een van de leden van de groep in een
heel kort berichtje dat haar moeder was overleden. Een paar uur later
volgde een ontroerend opgeschreven verhaal over de manier waarop ze
afscheid van haar moeder had genomen. Binnen enkele uren volgden
tientallen condoleance-mailtjes van de andere leden.
'Op die manier is e-mail prima geschikt voor het onderhouden van intieme
relaties en het steun geven aan elkaar', zegt Joyce Lamerichs. Zij is
als onderzoekster verbonden aan de Universiteit van Wageningen en
schrijft een proefschrift over de manier waarop ouderen het Internet
gebruiken. Volgens Lamerichs zijn in de Verenigde Staten - die wat
betreft de ontwikkelingen op Internet enkele jaren voorlopen op
Nederland - enkele tienduizenden ouderen actief op Internet. 'Daar
bestaat een groot aantal e-mail groepen voor ouderen. Daarin worden ook
psychische problemen of relatieproblemen door ouderen uitgebreid met
elkaar besproken. En daar putten de deelnemers grote steun uit.'
Maar is het niet altijd eenvoudig om de senioren de beginselen van
Internet bij te brengen, zegt Niland. 'Ouderen missen vaak
zelfvertrouwen. Als de computer vastloopt, denken ze dat zij iets fout
hebben gedaan en durven ze niet zo snel meer ergens op te klikken.' Ook
zijn de computerprogramma's waarmee je Internet-pagina's oproept, zoals
Netscape , volgens Niland niet goed geschikt voor ouderen. 'Er zitten
veel te veel toeters en bellen aan. Voor ouderen die het niet gewend
zijn om met computers te werken zou je eigenlijk een eenvoudige versie
van zo'n programma moeten hebben, waarbij minstens de helft van de
knoppen is weggehaald.'
Ook Christine de Ruiter, directeur van het Seniorweb, denkt dat veel
ouderen daardoor afgeschrikt raken. En doordat Internet in de media vaak
wordt beschreven als een snel medium voor zappende whizzkids, denken
ouderen vaak dat het niets voor hen is, meent De Ruiter. 'Kijk nou
eens', zegt ze boos, 'hier heb je weer zo'n voorbeeld.' Ze trekt een
folder voor een nieuw computerblad uit haar tas en slaat die open. Een
vlot koppel van begin dertig, hij in een ruitjesblouse, zij in een
sportief wit truitje, lacht de lezer vanachter de computer toe. Daar
schuin boven glimlacht een sexy blondine al even enthousiast naar een
computer. 'Ik denk dan, zet daar dan één afbeelding van een oudere
tussen, dat scheelt al zoveel', zegt De Ruiter.
De website van Seniorweb wijst ouderen de weg naar websites die voor hen
interessant zijn. Daar zijn links te vinden naar informatie over de
provinciale statenverkiezingen, de uitslagen van de Nederlandse
voetbalcompetitie en de Nederlandse omroepen op het web. Andere links
verwijzen naar specifieke ouderenonderwerpen zoals een online folder van
de belastingdienst voor pensioengerechtigden, een pagina over veiligheid
in de badkamer of de webpagina van de vereniging voor vrijwillige
euthanasie. En wie zich in de belevingswereld van de kleinkinderen wil
storten, wordt doorverwezen naar de Teletubbiespagina. Op de homepagina
is bovendien nog een nieuwsrubriek over ouderen te vinden en een peiling
over het gesprek van de dag ('Wat vindt u van het idee om langdurig
werkloze vrouwen huisbezoek te laten doen bij ouderen?'). Rechtsboven
aan de pagina is een knop voor de 'grote letters'-versie van de website.
'Steeds meer informatie komt via het Internet beschikbaar', zegt
Christine de Ruiter van Seniorweb. 'Alleen al daarom is het van groot
belang dat ook ouderen toegang hebben tot het Internet.' Als het aan
haar ligt, wordt het Internet in de toekomst dan ook een
basisvoorziening in de ouderenzorg. Seniorweb wil binnenkort een plan
lanceren om verzorgingstehuizen en aanleunwoningen uit te rusten met
Internet-computers. 'Want als we ouderen niet bij die ontwikkelingen
betrekken, sluiten we ze buiten de samenleving.' Het grote voorbeeld is
een verzorgingscentrum in Finland dat ze onlangs bezocht. 'Dat tehuis
lag ver van de bewoonde wereld, midden in de bossen. De inrichting
bestond uit oude lampen, stoelen en houten tafels die zo van de
rommelmarkt leken te komen, en dat leverde een hele knusse sfeer op.
Maar midden tussen die oude meubels hadden de medewerkers van het tehuis
een technohut ingericht. Daar binnen tuurde een groep ouderen
ingespannen naar een aantal computermonitoren en surfden ze over het
web.'
Martijn de Waal
|